Wederzijds luisteren

Wederzijds respect

De fundamenten van een mooie club.

Redenen voor een bal te missen

150 redenen waarom je een stoot hebt gemist (deel 1)

  1. Heb sinds lange tijd weer gegolfd, alles doet mij zeer.
  2. Ik ben niet in goede doen.
  3. Ik kon de finale toch niet spelen, want dan is mijn dochter jarig.
  4. Wapperend gordijn bij open raam: Het lijkt wel of we op een zeilboot biljarten.
  5. Vroeger maakte ik die ballen met mijn ogen dicht.
  6. Wanneer je alle caramboles bij elkaar optelt kom ik ver boven de 10 (bij 10 over rood).
  7. Ik maakte de carambole niet, want ik moet nog even aan de tafel wennen.
  8. Die lamp hangt steeds in de weg.
  9. Wordt afgeleid, want iedereen wil met mij praten.
  10. In een stille ruimte: Ik kan mij niet concentreren.
  11. Tegen een speler met een laag moyenne is niet te spelen.
  12. Ik kan niks met dat grote spel.
  13. Het is bijna onmogelijk te winnen van een speler met een laag moyenne, want je krijgt geen aanvanger.
  14. Ik kreeg geen aanvanger, maar speelde zelf voor Sinterklaas.
  15. Speel onder mijn niveau, komt door het nieuwe laken.
  16. Speel niet voor de punten, maar wil mijn moyenne weten. Anders al lang uitgeweest.
  17. Mijn moyenne is lager geworden, want de huisarts heeft beginnende staar geconstateerd.
  18. Het gaat niet zo goed. Volgens mij is de veerkracht uit de biljartballen.
  19. Ben grieperig, mijn hele hoofd zit vol.
  20. Speelde onder mijn niveau, want de pommerans bleek uitgedroogd te zijn.
  21. Speelde onder mijn niveau, want ik had nog last van een jetlag.
  22. Maakte die bal niet, want ik schrok van de telefoon.
  23. Ik miste die bal, want ik dacht te veel aan verzamelen.
  24. Heb een nieuwe keuvoering. Stootte daardoor te hard.
  25. Wanneer ik voor die tijd had gekrijt, had ik de carambole gemaakt.
  26. Ik dacht aan overhouden. Had ik niet moeten doen.
  27. Ik maakte de carambole niet, omdat ik te veel met de rode bal bezig was.
  28. Misschien een beetje geluk, maar anders had hij het ook gedaan.
  29. Ik kreeg geen leuk aanvangsstootje, anders al lang een serie.
  30. Ik maakte de carambole niet, omdat de rode bal heel ongelukkig in de hoek lag.
  31. Ik geef alleen maar aanvangers weg. Komt, omdat ik op overhouden speel.
  32. Heb te goed gespeeld in de voorronden.Nu opgewaardeerd, daardoor kansloos in de finale.
  33. Biljarten in het cafe gaat mij niet goed meer af. Komt, omdat ik de combinatie bier en biljarten niet meer gewend ben.
  34. Ik speelde onder mijn niveau, want het biljart was te koud.
  35. Ik maakte de carambole niet, want ik moet nog aan mijn nieuwe bril wennen.
  36. Ik maakte de laatste carambole niet, want ik was overgeconcentreerd.
  37. Gaat niet zo goed, want ik heb gisteren op een heel snel biljart gespeeld.
  38. Ik maakte de carambole niet, want de ballen lagen te mooi.
  39. Ik maakte de carambole niet, want ik was te begerig.
  40. Ik kon de partij niet winnen, want mijn tegenstander speelde heel defensief.
  41. Ik maakte de carambole niet, want de lamp scheen in mijn ogen.
  42. Het ging niet goed. Komt, omdat ik heel lang niet gebiljart heb.
  43. Ik maakte de carambole niet, want ik dacht na.
  44. Maakt niet uit, dat ik niet door ben. Kan de volgende ronde toch niet spelen i.v.m. een geplande vakantie.
  45. Ik maakte de carambole niet. Reden : alcohol!
  46. Ik verloor de partij, want ik zat niet goed in mijn vel.
  47. Ik maakte de carambole niet, want ik stond er verkeerd voor.
  48. Ik kwam niet in mijn spel. Kwam, doordat de verkeerde muziek werd gedraaid.
  49. De ballen klosten. Anders een carambole.
  50. Ik maakte de carambole niet, omdat ik niet aan deze banden gewend ben.
  51. Ik kreeg weinig, want mijn tegenstander heette niet Sinterklaas.
  52. Ik stootte te zacht bij de keuzetrekstoot. Kwam, omdat ik niet had gekrijt.
  53. Er is niet te winnen van een kroegbiljarter.
  54. Het gaat niet echt goed. Typisch zo’n dag, dat niets wil.
  55. Ik had hem al geteld, maar hij deed het niet.
  56. Maakte de carambole niet. Kwam door de hoge pommerans.
  57. Ik had beter voor die tijd even kunnen krijten.
  58. Het gaat niet zo goed, want ik speel niet met mijn eigen keu.
  59. Ik miste de rode bal, want die lag heel ver weg.
  60. Ik speelde onder mijn niveau, want de banden waren koud.
  61. Ik maakte de carambole niet, want ik kon er niet bij.
  62. Ik speel puur op techniek en denk niet aan de caramboles.
  63. Ik heb mijn oude keu meegenomen. Gaat niet zo goed, want dit speelt heel anders.
  64. Ik was niet in goede doen, want ik had last van het zijlicht in de zaal.
  65. Ik speelde in het cafe met een keu uit het rek. Gaat niet goed, want zo’n keu brengt de energie niet goed over op de speelbal.
  66. Het gaat niet zo goed, want ik heb al een tijdje last van mijn rug.
  67. Het was een billarde, maar dat moet kunnen op de dinsdagmiddag.
  68. Op het biljart, waar ik gisteren op speelde, had hij het gedaan.
  69. Hij deed het niet. Wanneer ik harder had gespeeld hadden de ballen geklost.
  70. Ik speelde niet goed. Ik was te veel met mijn pacemaker bezig.
  71. Het ging niet naar wens. Had voor die tijd al niet het goede gevoel.
  72. Het gaat niet zo goed. Op het biljart van de club speel ik veel rustiger.
  73. Had ik het maar gedaan, zoals ik het eerder wilde doen.
  74. Ik kwam niet goed in mijn spel, want de banden deden niks.
  75. Op dit biljart mis ik bijna altijd vanaf acquit.
  76. Ik was niet in goede doen, want ik heb vannacht maar 5 uur geslapen.
  77. Ik maakte de carambole niet, want ik was overmoedig.
  78. Ik heb een nieuwe bril. Ik zie nog wat wazig. ( Je koopt toch een bril om beter te zien?)
  79. Het niveau van mijn spel heeft met de tegenstander te maken. De ene speler ligt je wel, de andere niet.
  80. Ik maakte de carambole niet, want de speelbal deed niets.
  81. Het gaat niet zo goed. Komt, omdat ik normaal met een handschoen speel.
  82. Ik maakte de carambole niet, want er zat niets in.
  83. Het gaat niet naar wens. Ik krijg geen vat op het biljart.
  84. Het ging niet goed, want ik zat niet in de wedstrijd.
  85. Ik maakte de carambole niet, want met links heb ik geen controle over de ballen.
  86. Ik had gewoon mijn eigen spel moeten spelen.
  87. Ik maakte de carambole niet, want ik had last van bewijsdrang.
  88. Ik kon mij niet concentreren, want er was veel geroezemoes rond de tafel.
  89. Wanneer de arbiter zegt “en nog 5” moet ik even wachten. Ik kan niet tegen gepraat rond de tafel.
  90. Ik speelde niet goed, want ik was opgefokt.
  91. Ik speelde niet goed. Ik was te veel bezig met mijn tegenstander, die maar de helft van mijn caramboles hoeft te maken.
  92. Wanneer er spanning op komt gaat het vaak mis.
  93. Ik miste de carambole, omdat er veel groen tussen de ballen was.
  94. Het gaat niet naar wens. Al na 1 biertje heb ik problemen met het kleine spel.
  95. Speelde eerst met een cafe keu. Nu een Longoni, maar die doet wel heel veel.
  96. Het liep niet, want de banden namen totaal geen effect aan.
  97. Ik miste de carambole, want de arbiter stond in mijn stootbeeld.
  98. De speelbal ligt stijf aan de band. Dan moet hij wel heel precies.
  99. Ik kom net van buiten. Mijn handen zijn nog koud.
  100. Ik maakte geen carambole, want ik zat te lang aan de kant.
  101. Er lag niks, want de tijd van Sinterklaas is voorbij.
  102. Ik maakte geen carambole, want ik zat in de ketszone.
  103. Ik maakte de carambole niet, want ik luisterde naar gepraat bij de andere tafel.
  104. Mijn moyenne is te hoog, want onder druk speel ik minder.
  105. Ik maakte 4 beurten geen carambole, want ik was iets aan het uitproberen.
  106. Ik verloor de partij. Mijn techniek is beter, maar de tegenstander had meer scorend vermogen.
  107. Ik maakte de carambole niet. Ik kon er niet goed bij en ik heb al langere tijd rugklachten.
  108. Ik kon de partij niet winnen, want de tegenstander zat in een flow.
  109. Ik verloor de partij, want ik kwam binnen en moest gelijk biljarten.
  110. Ik verloor de partij, want mijn tegenstander maakte de meest onmogelijke ballen.
  111. Ik maakte de carambole niet, want ik gleed uit.
  112. Wanneer de ballen, die rakelings mis waren het hadden gedaan, had ik de partij gewonnen.
  113. Ik verloor de partij, maar het maakte mij niets uit.
  114. Ik verloor de partij, maar ik liet bewust mijn tegenstander winnen.
  115. Ik verloor de partij, want ik kreeg last van mijn suiker.
  116. Ik moest eerst wennen, dat ik meer caramboles moest maken in de finale. Daardoor verloor ik de eerste partijen.
  117. Ik had mijn keu mee genomen, maar mijn hersens thuis gelaten.
  118. Ik maakte de carambole niet, maar zo moest hij wel.
  119. Ik miste, want ik had last van het tegenlicht.
  120. Ik speelde niet goed, want ik ben beter biljartmateriaal gewend.
  121. Ik speelde onder mijn niveau. Heb vanmorgen gegolfd en dan gebruik je heel andere spieren.
  122. Ik maakte de carambole niet, want de bal lag veel te moeilijk voor mij.
  123. Ik maakte de carambole niet, want de vaart was er uit.
  124. Het gaat niet goed, want er zit een knal in mijn keu.
  125. Ik maakte de carambole niet, want er lag een biljartkoffer in mijn stootbeeld.
  126. Ik maakte de carambole niet, want ik was te bang.
  127. Het gaat niet goed. Komt, doordat de banden dan weer dit en dan weer dat doen.
  128. De harde muziek op straat kwam mijn spel niet bepaald ten goede ( 10 over oranje).
  129. Ik maakte de carambole niet, want ik koos de verkeerde optie.
  130. Op de een of andere manier kan ik dat soort ballen niet.
  131. Ik moest met de keu achter mijn rug stoten. Op een gladde vloer wil dat niet. Ik moest een andere optie kiezen en miste.
  132. Ik speelde niet goed. Heeft te maken met het trage biljart. Komt door het lage plafond en de hogere luchtvochtigheid.
  133. Ik speelde niet goed. Komt, omdat ik de laatste tijd veel wedstrijden heb gespeeld. Ik ben op.
  134. Het gaat niet goed. Speel met een keu uit het cafe en zo’n keu heeft een harde pommerans.
  135. Ik verloor de partij, want ik miste 3 opgelegde ballen.
  136. De 1e carambole van een serie van mijn tegenstander was een mazzelbal. Hierdoor verloor ik de partij.
  137. Ik maakte de carambole niet, omdat de speelbal aan de band lag en ik er niet onder kon komen.
  138. Ik maakte de carambole niet, want ik was nog niet ingespeeld.
  139. Ik miste, want er zei iemand “proost”.
  140. Ik ben niet door, want de 1e partij speel ik altijd slecht.
  141. Speelde ik te zacht of is het biljart te traag?
  142. Ik miste de rode bal, want mijn keu schoot door.
  143. Ik maakte de carambole niet, want ik keek tegen de rand van mijn bril aan.
  144. Het heeft te maken met het materiaal. Met een goede keu maak je alles.
  145. Het gaat niet zo goed, want ik heb vandaag 600 km gereden.
  146. Ik maakte de carambole niet, maar ik heb ook al maanden geen keu meer in de handen gehad.
  147. Ik maakte de carambole niet, want ik heb last van bibberende handen. Ik heb namelijk vanmorgen met de motor gereden.
  148. Ik heb 4 beurten achter elkaar geen carambole gemaakt. Het is , dat ik zo’n sterk karakter heb, anders was ik depressief geworden.
  149. Ik probeerde de carambole te maken, terwijl ik wist dat het niet wilde.
  150. Ik speelde slecht, maar mijn tegenstander speelde ook wel heel goed.

Staat jou reden niet in bovengenoemde redenen, klik dan hier voor de volgende serie redenen (misschien zit ie hier tussen)

Nog 150 redenen waarom je een stoot hebt gemist (deel 2)

  1. Ik maakte de carambole niet, omdat ik de pomerans niet had bijgeschuurd.
  2. Op een nieuw laken is de snelheid er de eerste tijd uit.
  3. Ik speelde niet goed, maar het zat ook niet mee.
  4. Bal 3 was weg, anders had hij het gedaan.
  5. De bal moet je niet zo spelen, wanneer je niet in vorm bent.
  6. Het biljart is heel snel. Voordat ik mijn speelstijl had aangepast, was de partij voorbij.
  7. De speelbal ging goed, totdat hij de verkeerde band pakte.
  8. Ik speelde niet goed, want ik had gebrek aan zelfvertrouwen.
  9. Ik verloor de partij, want ik kon de concentratie niet vasthouden.
  10. Ik stond er verkeerd voor, anders had ik de carambole gemaakt.
  11. Ik raakte geïrriteerd, omdat mijn tegenstander steeds zijn krijtje op de rand van het biljart liet liggen.
  12. Wanneer je twijfelt, wordt het niks.
  13. Ik heb nog niet zo veel caramboles gemaakt, maar wij zijn ook net begonnen.
  14. Ik maakte de carambole niet, want de keu gleed uit mijn handen.
  15. Ik speelde niet goed. De lampen boven het biljart zijn aan vervanging toe.
  16. Het was geen carambole, maar hij was wel in de buurt.
  17. Ik maakte de carambole niet, want ik hinkte op twee gedachten.
  18. De carambole was niet moeilijk, maar je moet hem wel maken.
  19. Ik speelde met de verkeerde bal bij 10 over rood, want ik heb gisteren 4 partijen libre gespeeld.
  20. In een keu uit het cafe zit geen gevoel, want je kunt er niet mee rond spelen.
  21. Ik nam de verkeerde speelbal, omdat ik werd afgeleid.
  22. Ik miste de rode bal bij 10 over rood, maar 1 of 0 punten maakt niks uit.
  23. Met een keu uit het cafe kun je er niet genoeg in leggen.
  24. Ik miste een opgelegde bal. Ik moet nog even aan mijn nieuwe keu wennen.
  25. Ik miste, want de rode bal lag in het donker.
  26. Ik ben 71. De scherpte is er af.
  27. Ik lig uit het toernooi, maar ik heb hem al 2 keer gewonnen.
  28. Ik miste, want ik was te veel met bal 2 bezig.
  29. Ik verloor de partij, want mijn tegenstander ging er heel hard van door.
  30. In een keu uit het cafe zit niet genoeg massa.
  31. Ik kwam 2 caramboles te kort, anders was ik door geweest.
  32. Ik zat goed in de partij, maar toen ging mijn suiker opspelen.
  33. Ik dacht, dat ik hem al gemaakt had.
  34. Ik miste, want de arbiter stond in het licht.
  35. Ik verloor de partij, want er zaten geen diamonds op het biljart.
  36. Ik verloor de partij, want de arbiter wist niet wat een billarde was.
  37. De vorm is er weer, maar nu is het toernooi afgelopen.
  38. Het loopt zoals het loopt. Soms kun je het sturen en soms niet.
  39. Ik kon de partij niet winnen, want mijn tegenstander is een driebander.
  40. Ik had liever op basis van 30 beurten gespeeld. Dan had ik het een en ander kunnen goed maken.
  41. Ik verloor de partij, want ik had mijn keu niet goed aangedraaid.
  42. Ik speelde niet goed, want ik heb gisteren wat te veel gedronken.
  43. Hij deed het niet, want er zat niets in.
  44. Ik wilde op overhouden spelen, maar het kwam een beetje ongelukkig uit.
  45. Ik maakte de carambole niet, want ik was overgeconcentreerd.
  46. Ik miste, want ik heb een nieuwe bril nodig.
  47. Ik weet wel hoe ik de ballen moet spelen, alleen ze doen het niet.
  48. Ik miste, want de techniek liet mij in de steek.
  49. Mooi missen vind ik belangrijker dan lelijk maken.
  50. Het gaat mij niet om de caramboles. Ik wil gewoon beter worden.
  51. Ik verloor de partij. Maakt mij niets uit, want ik vind winnen niet belangrijk.
  52. Ik verloor de partij, omdat ik al door was en er daardoor geen spanning meer was.
  53. Ook een goede biljarter heeft wel eens een mindere dag.
  54. Ik miste, want ik heb moeite met dit soort ballen.
  55. Ik maakte de carambole niet, want ik was met mijn gedachten bij iets anders.
  56. Het was erg benauwd. Daardoor kon ik mij moeilijk concentreren.
  57. Ik maakte de carambole niet, want de ballen luisterden niet naar mij.
  58. Ik speelde niet goed. Komt, omdat ik de hele dag met grote gipsplaten heb gesjouwd.
  59. Ik kon niet verzamelen, omdat het biljart te snel is.
  60. Hij deed het niet, want er kwam niets uit.
  61. Ik kon niet winnen, want mijn tegenstander speelde constant over rood.
  62. Ik twijfelde tussen via de band of in een keer spelen. Dan gaat het altijd fout.
  63. Ik miste, want ik maakte geen voorbeweging.
  64. Ik mis de acquitstoot nooit, behalve op zaterdagmiddag.
  65. De gedachte was beter dan de uitvoering.
  66. Ik maakte de carambole niet, want hij lag niet lekker.
  67. De tweede partij speel ik altijd minder. Het is dan rumoeriger in het cafe en daar kan ik niet tegen.
  68. Ik miste de rode bal, want iemand stootte mij aan.
  69. Het was geen carambole, want hij pakte het effect niet.
  70. Ik speelde onder mijn niveau, want het was vrij donker in het cafe.
  71. Hij deed het niet, want ik had op een klosje gerekend.
  72. Ik miste, want er stond veel glaswerk achter mij op tafel.
  73. Ik kreeg niet een lekkere aanvanger, want Jan speelde voor mij.
  74. De speelbal liep vreemd. Komt, omdat ik er niet goed onder kon komen.
  75. Ik speelde niet goed, want ik heb de hele middag de motorheggenschaar in de handen gehad.
  76. Ik verloor de partij, want ik was mijn bril vergeten
  77. Ik miste, want die bal was niet te berekenen.
  78. Wanneer je niet genoeg speelt heb je het gevoel niet.
  79. Ik raakte uit mijn concentratie, want op het biljart er naast vroeg iemand : “ Wat is mijn bal” ?
  80. Ik verloor de partij, want halverwege kreeg ik last van concentratieverlies.
  81. Normaal doet hij het altijd, maar nu niet.
  82. Ik maakte de carambole niet, want er zat een weeffout in het laken.
  83. Ik maakte de carambole niet, want ik moest aan te veel dingen tegelijk denken.
  84. Van mijn tegenstander kreeg ik niets , want het is een driebander.
  85. Wanneer je de voorrondes goed speelt, dan speel je de finale slecht.
  86. Wanneer je achter je rug langs speelt, mis je het stuur.
  87. Ik speelde slecht, want mijn lichamelijke conditie is niet goed.
  88. Ik verloor de partij, want ik wilde alleen maar mooie ballen maken.
  89. In dit cafe speel ik altijd minder, want de lichtinval is anders.
  90. Met het biljarten ging het niet goed, want ik ben thuis de hele morgen met de hogedrukspuit op het terras bezig geweest.
  91. Hij moest dun, maar niet zo dun.
  92. Ik zag hem wel liggen, maar ik heb niet de techniek om hem te maken.
  93. Ik ben vaak te bang en dan speel je hem te dik.
  94. Ik nam de verkeerde bal bij 10 over rood, want de andere bal rolde nog.
  95. Ik miste, want ik heb geen beheersing over mijn duim.
  96. Ik miste, want ik was na de eerste serie totaal de kluts kwijt.
  97. Ik strandde in de halve finale, want ik moest heel nodig plassen.
  98. Ik miste, want er waren te veel mogelijkheden.
  99. Ik miste, want ik moest stoten uit een onmogelijke houding.
  100. Ik verloor de partij. Achteraf bleek, dat ik niet met mijn eigen keu had gespeeld.
  101. Ik miste, want ik kon er niet goed bij en had daardoor geen controle.
  102. Ik miste, want het moest een tuimelaar worden.
  103. Ik verloor de partij, want het biljart was niet echt schoon.
  104. Ik verloor de partij, want ik moest beide partijen spelen in het rokersgedeelte.
  105. Ik verloor de partij, want de ballen waren te vies om aan te pakken.
  106. Ik speelde niet goed, want de ballen waren niet goed gepolijst.
  107. Ik nam de verkeerde bal, want de vorige partij speelde ik zonder stip.
  108. Ik had hem kunnen maken , maar ik was een beetje te slordig.
  109. Ik was niet in goede doen, want ik ben de hele dag aan het snoeien geweest in de tuin.
  110. Ik miste, want ik speelde te subtiel.
  111. Het was niet goed, want ik speel te weinig.
  112. Het ging niet goed, want de banden deden niks.
  113. Ik speelde niet goed, want ik heb net een griepspuit gehad.
  114. Ik miste, want ik stond er niet goed voor.
  115. Het was geen carambole, want het effect kwam er niet uit.
  116. Ik speelde niet goed, want ik moet eerst aan de nieuwe pommerans wennen.
  117. Ik maakte de carambole niet, want de veters van mijn beide schoenen zaten los.
  118. Het was een sublieme bal, alleen hij deed het niet.
  119. Het ging niet goed, want er zat een scheur in de schroefdraad van mijn keu.
  120. Ik maakte de carambole niet, want ik speelde te creatief.
  121. Ik maakte de carambole niet, want de ballen gleden door op het nieuwe laken.
  122. Ik speel te weinig. Ik heb totaal geen gevoel meer.
  123. Ik maakte geen carambole, want de keu ketste.
  124. Ik speelde niet goed, want er lagen geen patronen.
  125. Ik speelde niet goed, want ik had problemen met de nieuwe wollen banden.
  126. Ik verloor de partij, want mijn tegenstander maakte een serie van 12 op een verkeerd moment.
  127. Ik verloor de partij. Ben nu op zoek naar een keu met caramboles.
  128. Ik miste, want mijn vizier stond niet goed.
  129. Als het niet loopt, dan loopt het niet.
  130. Ik miste, want een van mijn contactlenzen zat niet lekker.
  131. Ik maakte de carambole niet, want ik was bang voor het klosje.
  132. Ik heb alleen ketsers wanneer ik gespannen ben.
  133. Ik kan het niet meer, maar ik had wel de goede richting.
  134. Ik maakte de carambole niet, want ik was te veel met de voorbeweging bezig.
  135. Het gaat niet zo goed met libre, want ik ben meer met driebanden bezig.
  136. Ik miste, want de witte bal lag te dicht bij.
  137. Ik miste, omdat ik bang was hem te missen.
  138. Ik maakte de carambole niet, want mijn hoofd was ergens anders.
  139. Ik miste, want ik heb geen controle over wat ik wil.
  140. Ik miste, want er was steeds iemand aan het fotograferen.
  141. Ik speelde niet goed, want ik ben gisteren te laat op bed gegaan.
  142. Ik speelde niet goed, want het zakte mij in mijn armen.
  143. Ik miste, want er zit geen gevoel in de keu.
  144. Ik speelde niet goed, want ik heb de hele dag gemetseld.
  145. Ik zie ze wel, maar ik maak ze niet.
  146. Alles wat ik fout kon doen, deed ik fout.
  147. Ik miste, want ik had mijn bril omhoog moeten doen.
  148. Ik miste, want ik heb de hele ochtend een schuurmachine in de handen gehad.
  149. Hij deed het niet, want de klos kwam te laat.
  150. Ik miste, want ik stond op het verkeerde been.

Nog wat redenen waarom je een stoot hebt gemist (deel 3)

  1. Ik heb een moyenne van ongeveer 3. Maar het moet eerst allemaal nog.
  2. Ik miste, want ik had niet gezien, dat bal 2 zo dicht bij de band lag.
  3. Ik maakte de carambole niet, want ik had last van mijn motoriek.
  4. Het wilde vandaag niet, want ik kreeg alleen maar shitballen van mijn voorganger.
  5. Ik miste, want ik probeerde te veel op zeker te spelen.
  6. Hij ging er linea recta op af, maar hij deed het niet.
  7. Ik miste, want ik had de verkeerde houding.
  8. Ik miste, want de speelbal deed iets heel anders als ik had verwacht.
  9. Ik miste, want ik stond op het verkeerde been.
  10. De bal lag aan de band en dan kan ik er niks mee.
  11. Ik wilde tegeneffect geven, maar toen ik stootte, kwam het tegeneffect er niet uit.
  12. Ik miste vanaf acquit, want de keu bleek krom te zijn.
  13. Ik miste, want ik had last van spanning.
  14. Ik miste, want ik werd afgeleid door een vlieg op de lamp.
  15. Ik miste, want ik had de verkeerde handstand.
  16. Ik speelde niet goed. Komt omdat ik de laatste tijd veel geklust heb en veel auto heb gereden.
  17. Ik maakte de carambole niet, want ik heb een gebrekkige motoriek.
  18. De keu ketste, want de pomerans had scherpe randen.
  19. Ik miste, want ik heb nog geen drank gehad.
  20. Ik miste, want ik wilde de rode bal er bij hebben.
  21. Ik speelde niet goed, want ik heb de hele dag in een hoogwerker gezeten.
  22. Ik verloor de wedstrijd, want deze tafel heeft een andere bandafslag.
  23. Ik verloor de partij, want ik speel te weinig wedstrijden.
  24. Ik speelde niet goed, want ik had last van een elektronische sigaret.
  25. Ik miste, want de bal lag scheef.
  26. Ik miste, want ik kon de klos niet vermijden.
  27. Ik speelde niet goed, want ik heb van het weekend driebanden gespeeld.
  28. Hij kloste wel, maar niet goed.
  29. Ik miste, want ik maakte geen voor beweging.
  30. Door het effect miste ik hem.
  31. Ik miste, want ik voelde mij opgejaagd.
  32. Mijn niveau daalde, nadat ik mijn bridgepartner had gekust.
  33. Het concept was goed, maar hij deed het niet.
  34. Ik miste, want ik dacht dat de speelbal naar rechts zou gaan.
  35. Ik speelde niet goed, want ik heb sinds lange tijd weer gefietst.
  36. Ik speelde niet goed, want ik had een gladde pomerans.
  37. Ik ging niet goed door de bal. Ik heb hier de laatste 2 weken last van.
  38. Ik miste, want ik keek in het witte licht.
  39. Ik maakte de carambole niet, want ik had de keu niet goed aangedraaid.
  40. Ik miste, want ik was bang, dat ik bal 3 zou toucheren.
  41. Ik miste. Het wordt hoog tijd voor de opticien.
  42. Het gaat niet zo goed, want de vermoeidheid slaat toe.
  43. Ik miste, want dit soort ballen liggen mij niet.
  44. Hij deed het niet, maar ik had hem anders in gedachten.
  45. Mijn manco is, dat ik te snel in de serie wil.
  46. Het gaat niet echt goed, want ik heb mijn afstoot veranderd.
  47. Het ging niet goed, want ik schakelde te snel van de ene naar de andere oplossing.
  48. Het liep niet lekker, want ik kreeg geen grip op de tafel. (Jean-Paul de Bruijn)
  49. Ik miste, omdat de blaar op mijn vinger open ging.
  50. Ik gebruik nieuw krijt. Nu geen last meer van ketsers.
  51. Ik speelde niet goed, want ik had voor die tijd 40 km gefietst.
  52. Het gaat niet echt goed, want ik heb last van plakkerige handen.
  53. Ik speelde niet goed, want ik werd afgeleid door de kleur van de handschoen.

Als je jou reden niet hebt kunnen vinden, tja wat dan????

Met dank aan Bommeltje.nl

Wij maken gebruik van cookies om de website te optimaliseren en om statistieken te verzamelen en analyseren.